In dit artikel wordt aandacht besteed aan de implementatie van de Europese DAC7-richtlijn. We verkennen de specifieke bepalingen van de DAC7-richtlijn en analyseren welke mogelijke gevolgen en wellicht risico’s dit met zich meebrengt voor de mensen die bijvoorbeeld verkopen, diensten verlenen of verhuren via digitale platforms zoals Bol.com, Marktplaats.nl, eBay.com, Vinted.nl, Werkspot.nl en Airbnb.nl.
EU-richtlijn voor gegevensuitwisseling digitale platformen (DAC7)
Sinds de invoering van de Europese DAC7-richtlijn op 1 januari 2023 zijn digitale platforms jaarlijks verplicht gegevens te delen met de belastingdienst van het land waar ze gevestigd zijn. Die belastingdienst deelt daaropvolgend de informatie met de belastingdienst van het land waar de verkoper of verhuurder fiscaal inwoner is.
Het doel van deze Europese richtlijn is fiscale transparantie in de digitale economie te bevorderen en de handhaving van fiscale wetgeving te verbeteren. De digitale platforms moeten informatie verstrekken over verhuur van goederen, persoonlijke diensten, verkoop van goederen, en verhuur van vervoersmiddelen.
Welke gegevens worden uitgewisseld?
Niet alle transacties worden automatisch met de belastingdienst gedeeld. Platforms moeten gegevens pas verstrekken als een verkoper meer dan 30 verkopen of diensten per jaar heeft verricht, of als de omzet minimaal € 2.000 bedraagt. Transacties onder deze grenzen worden niet gedeeld. Indien gegevens worden gedeeld omvat dit veelal persoonlijke gegevens zoals: naam, geboortedatum, adres, BSN (of bedrijfsgegevens bij zakelijke verkopers) en gegevens over de betreffende opbrengsten, zoals de ontvangen bedragen, het aantal betaalde activiteiten, kosten en bijvoorbeeld de alreeds ingehouden belastingen door het platform zelf.
De gevolgen voor de Inkomstenbelasting
Indien u inkomsten heeft verkregen via een digitaal platform wil dat niet direct zeggen dat u belastingplichtig wordt voor de inkomstenbelasting. Die inkomsten dienen pas aangegeven te worden wanneer er sprake is van een bron van inkomen. Er is sprake van een bron van inkomen, indien actief wordt deelgenomen aan het economisch verkeer en hiermee ook een voordeel wordt verwacht. Daarnaast moet dit voordeel ook redelijkerwijs beoogt zijn. Door de verkoop of de verhuur via zo’n digitaal platform is eigenlijk al direct sprake van deelname aan het economische verkeer. Daarnaast moeten de andere twee aspecten van een bron van inkomen nog worden getoetst. Het incidenteel verkopen van een auto via marktplaats, wordt bijvoorbeeld niet aangemerkt als een bron van inkomen voor de inkomstenbelasting.
De gevolgen voor de BTW
De gevolgen van verkopen, diensten verlenen of verhuren via digitaal platforms kan voor de btw andere gevolgen hebben dan bij de inkomstenbelasting. Het ondernemerschap voor de btw kent namelijk een ruimere definitie dan het ondernemerschap voor de inkomstenbelasting; zo is bijvoorbeeld een winstoogmerk voor de btw niet relevant. Voor de activiteiten die worden verricht op een platform moet derhalve worden getoetst of er sprake is van ondernemerschap voor de btw. Hierbij is een ondernemer een ieder die zelfstandig een economische activiteit verricht. Deze definitie is verder ingekleurd door de jurisprudentie. Essentieel is dat de activiteit duurzaam en tegen vergoeding wordt verricht. Doordat platformen rapporteren vanaf 30 transacties en een minimale omzet van € 2.000 zal het vermoeden bestaan dat sprake is van ondernemerschap voor de btw.
Kleineondernemersregeling (KOR)
In Nederland geldt momenteel de Kleineondernemersregeling, waardoor een vrijstelling voor de btw kan worden aangevraagd indien de jaaromzet lager is dan € 20.000, echter geldt de huidige KOR slechts voor omzet die in Nederland is belast. Worden via het platform diensten aangeboden aan particuliere afnemers in andere lidstaten, dan volgt onder voorwaarden een btw-verplichting in het land van de afnemer. Vanaf 2025 wordt een Kleineondernemersregeling ingevoerd die in de gehele Europese Unie toepasbaar is.
Verhuur via Airbnb
Verhuurt u wel eens tijdelijk uw eigen woning via Airbnb? Let op, dat dan de verhuurinkomsten in beginsel moeten worden aangegeven in box 1 als resultaat uit tijdelijke verhuur van uw woning. Bij tijdelijke verhuur is er een regeling in de wet inkomstenbelasting waardoor enkel 70% van de huurinkomsten wordt belast, met de mogelijkheid om kosten in aftrek te brengen, zoals schoonmaakkosten, onderhoudskosten en afschrijvingen. Belangrijk: volgens een uitspraak van de Hoge Raad in september 2020 geldt dit ook voor gedeeltelijke verhuur, zoals het verhuren van slechts een kamer of een tuinhuis. In deze situatie moet ook 70% van de inkomsten worden aangegeven in box 1 als resultaat uit tijdelijke verhuur van de woning.
Het doen van een onjuiste aangifte en het herstellen hiervan
Het kan zijn dat u de afgelopen jaren belastbaar inkomen heeft genoten door middel van de verkoop van goederen, het verlenen van diensten of verhuur via digitale platforms en deze inkomsten nooit in de aangifte inkomstenbelasting zijn verantwoord. De mogelijkheid bestaat om een onjuist aangifte inkomstenbelasting te verbeteren, dit wordt ook wel een vrijwillige verbetering genoemd.
Het herstellen van een onjuiste aangifte inkomstenbelasting kan binnen 2 jaar na het indienen van de aangifte zonder boete of strafrechtelijke vervolging geschieden. Over het verschuldigde bedrag aan inkomstenbelasting zal belastingrente worden berekend. Zonder boete uw aangifte inkomstenbelasting herstellen is niet mogelijk, indien u weet of redelijkerwijs zou vermoeden dat de belastingdienst op de hoogte is van het niet opgegeven inkomen of hiermee bekend zal gaan worden.
Het is nog niet duidelijk of verkopers die zich in 2023 hebben aangemeld bij een platform straffeloos hun aangifte kunnen corrigeren, aangezien hun gegevens nu (of binnenkort) bij de belastingdienst bekend zijn. Hoewel het niet met zekerheid te zeggen is, is het nog maar de vraag of dit mogelijk is. Voor verkopers die zich vóór 2023 hebben aangemeld, lijkt het echter nog steeds een optie om hun aangifte vrijwillig te verbeteren.
Benieuwd wat de gevolgen zijn voor uw activiteiten via een digitaal platform? Neem dan gerust contact met ons op.
Bronnen:
Ministerie van Financiën 12 februari 2024 2024-0000158246, p. 3.
Hoge Raad 20 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1448
Hoge Raad 22 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:103 en Hof Den Haag 17 oktober 2023