1. Afkoop oudedagsverplichting met minder revisierente
In het verleden bestond de mogelijkheid om uw pensioen in eigen beheer (PEB) om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). Bij afkoop van zo’n ODV betaalt u belasting en in beginsel ook nog 20% revisierente. Door de ODV eerst om te zetten in een lijfrente en daarna de lijfrente af te kopen, kunt u deze revisierente (voor het grootste deel) voorkomen. De Belastingdienst heeft aangegeven dat deze route op dit moment mogelijk is op grond van de wet. Uiteraard is niet uit te sluiten dat deze route in de toekomst alsnog door nieuwe wetgeving wordt uitgesloten. En let op, de wetgeving en voorwaarden van de regelingen zijn niet eenvoudig en stringent. Neem voor meer informatie over uw mogelijkheden daarom contact met ons op.
2. Aftrek vervoerkosten bij ziekte gewijzigd vanaf 2025
Vervoerskosten gemaakt i.v.m. ziekte kunnen onder voorwaarden als ziektekosten in aftrek worden gebracht in de inkomstenbelasting. Het kabinet heeft een aantal wijzigingen hierin voorgesteld. Zo kunt u de vervoerskosten met eigen vervoer voor bijvoorbeeld het bezoeken van een medisch hulpverlener of de apotheek nu nog in aanmerking nemen tegen de werkelijke autokosten, maar is het voorstel om hiervoor vanaf 2025 € 0,23 per kilometer te laten gelden. Verder gaat voor de extra vervoerskosten van ernstig zieken en invaliden vanaf 2025 de nieuwe voorwaarde gelden dat de zieke niet meer dan 100 meter lopend af kan leggen. Daarnaast gaat voor deze extra vervoerskosten een vast bedrag van € 925 gelden. Tot slot komt u vanaf 2025 in aanmerking voor aftrek van vervoerskosten voor het bezoeken van een huisgenoot in een ziekenhuis of zorginstelling als u bij aanvang van de verpleging een gemeenschappelijke huishouding met de zieke voerde. In 2024 is de voorwaarde nog bij aanvang van de ziekte. Let op: dit voorstel moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.
4. SPRILA-subsidies op onderdelen nog mogelijk
Ondernemers die op eigen terrein of op gehuurd terrein een infrastructuur aanleggen voor het laden van elektrische voertuigen, konden vanaf 24 september 2024 SPRILA-subsidie aanvragen. De budgetten voor de onderdelen advies voor en aanleg van laadinfrastructuur voor DC-laadstations en investeringen in een stationaire batterij zijn al overtekend. Dat geldt niet voor ov-concessiehouders of touringcarbedrijven, zij kunnen voor deze onderdelen nog wel SPRILA-subsidie aanvragen. Ook voor advies voor en aanleg van laadinfrastructuur voor AC-laadstations zijn er nog mogelijkheden om SPRILA-subsidie aan te vragen. Datzelfde geldt als u in aanmerking komt voor minder dan € 25.000 subsidie voor aanschaf. In die gevallen laat u eerst de laadinfrastructuur aanleggen en vraagt u daarna binnen 13 weken de subsidie aan. Aanvragen hiervan kan nog tot 31 december 2024 12.00 uur. Vraagt u subsidie aan voor een onderdeel dat al is overtekend, dan schuift uw aanvraag door en krijgt deze als datum van aanvraag de eerste dag van de aanvraagperiode van 2025.
3. Btw-herziening investeringsdiensten van minimaal € 30.000
Voor investeringen in roerende en onroerende goederen bestaat een btw-herzieningsregeling, waarbij herziening in werking treedt bij gewijzigd gebruik in de verhouding btw-belaste/btw-vrijgestelde prestaties. Op Prinsjesdag 2024 is een vergelijkbare btw-herzieningsregeling vanaf 2026 voorgesteld voor investeringsdiensten van minimaal € 30.000 (exclusief btw) aan onroerende zaken. Het gaat om investeringsdiensten die onroerende zaken meerjarig dienen. U moet dan denken aan het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van onroerende zaken. Om geraakt te worden door de btw-herzieningsregeling, moet de investeringsdienst wel minimaal € 30.000 (exclusief btw) bedragen. Die beoordeling vindt plaats per afzonderlijke dienst. De voorgestelde regeling zal met name situaties raken waarin onroerende zaken fors verbouwd worden tot woningen en waarbij de volledige btw in aftrek wordt gebracht, omdat de woningen na de verbouwing voor een korte periode btw-belast verhuurd worden. Als diezelfde woningen daarna btw-vrijgesteld verhuurd worden, wordt die btw-aftrek op dit moment niet herzien. Dat gaat dus veranderen als het voorstel wordt aangenomen. Neemt u dit soort investeringsdiensten echter vóór 1 januari 2026 in gebruik, dan worden ze niet geraakt door de voorgestelde regeling.
5. Btw op sportbeoefening naar 21% btw vanaf 2026
Het kabinet stelt voor om vanaf 2026 de btw op sport te verhogen naar 21%. Het gaat hierbij om gelegenheid te geven tot sportbeoefening en baden, in combinatie met de terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie door commerciële aanbieders. Denk aan de fitness op een sportschool of schaatsen op een schaatsbaan. Voor het sporten bij niet-winst beogende aanbieders, zoals de plaatselijke voetbalvereniging of hockeyclub, blijft de btw-vrijstelling gelden. Het voorstel is om ook de btw op de toegangsprijs tot sportwedstrijden van zowel professionals als van amateurs bij sportverenigingen vanaf 2026 te verhogen naar 21%. Het heeft overigens geen zin om de contributie voor 2026 in 2025 vooruit te betalen. Voor de hoogte van het btw-tarief wordt namelijk aangesloten bij het moment van sportuitoefening en niet bij het moment van betalen.
6. Einde salderingsregeling zonnepanelen per 2027
Levert u met uw zonnepanelen elektriciteit terug aan uw energieleverancier, dan zorgt de salderingsregeling ervoor dat deze elektriciteit eerst verrekend wordt met de elektriciteit die u afneemt van uw energieleverancier. Bij per saldo meer afname dan terug levering, bent u aan uw energieleverancier de afgesproken prijs per kWh verschuldigd. Levert u meer terug dan u afneemt, dan ontvangt u van uw energieleverancier afgesproken prijs per kWh. Het kabinet heeft voorgesteld vanaf 2027 met deze salderingsregeling voor zonnepanelen te stoppen. Energieleveranciers moeten in dit voorstel dan wel een redelijke vergoeding voor terug geleverde elektriciteit betalen. Hoe hoog die redelijke vergoeding is, is onbekend.