1. Vanaf 1 januari 2024 hogere belastingrente
De belastingrente is per 1 januari 2024 verhoogd. Voor de vennootschapsbelasting bedraagt de belastingrente vanaf 1 januari 2024 10%. Voor overige belastingen, zoals de inkomstenbelasting, loonbelasting en omzetbelasting, bedraagt de belastingrente vanaf 1 januari 2024 7,5%. Waar de belastingrente tot en met 2023 nog twee keer per jaar opnieuw werd vastgesteld, is dat vanaf 2024 nog maar één keer per jaar. De percentages van 10 en 7,5 gelden dan ook voor heel 2024. Door deze hoge rentepercentages wordt het nog belangrijker om op tijd een juiste voorlopige aanslag vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting 2023 aan te vragen. Als u dit voor 1 mei 2024 doet, berekent de Belastingdienst namelijk geen belastingrente. Dit is alleen anders als uw definitieve aanslag hoger is dan uw voorlopige aanslag. In dat geval berekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2024 over het verschil belastingrente. Dient u voor 1 mei 2024 uw aangifte inkomstenbelasting 2023 of voor 1 juni 2024 uw aangifte vennootschapsbelasting 2023 in, dan berekent de Belastingdienst ook alleen belastingrente als uw definitieve aanslag hoger is.
2. Milieu- en energielijst 2024 bekend
De milieu– en energielijst voor het jaar 2024 zijn eind december 2023 gepubliceerd. Voor bedrijfsmiddelen die op de milieulijst staan, kunnen ondernemers in aanmerking komen voor de extra aftrek van 27, 36 of 45% van de milieu-investeringsaftrek (MIA) en/of voor de extra afschrijvingen van maximaal 75% van de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Voor bedrijfsmiddelen op de energielijst betreft dit de extra aftrek van 40% (in 2023 was dit nog 45,5 %) van de energie-investeringsaftrek (EIA). Het is belangrijk om jaarlijks te controleren of een bedrijfsmiddel (nog) op een van de lijsten staat. Elk jaar verdwijnen er namelijk weer bedrijfsmiddelen van de lijsten en komen er nieuwe bij. Daarnaast is het belangrijk om te beoordelen of de investering in het bedrijfsmiddel voldoet aan de voorwaarden voor de MIA, Vamil en EIA. Die voorwaarden kunt u vinden in de lijsten.
3. Invorderingsrente weer 4%
Heeft u nog corona- of andere belastingschulden? Houd er dan rekening mee dat de invorderingsrente die u over deze schulden moet betalen vanaf 1 januari 2024 weer terug is op het niveau van voor de coronacrisis. De invorderingsrente bedroeg een tijdje maar 0,01%, maar werd per 1 juli 2022 verhoogd naar 1%. Van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 bedroeg de invorderingsrente alweer 2% en vanaf 1 juli 2023 3%. Met ingang van 1 januari 2024 is de invorderingsrente 4%. De invorderingsrente is voorlopig gefixeerd op 4% en is dus niet meer, zoals voor de coronacrisis, gelijk aan de belastingrente die geldt voor de inkomstenbelasting, die in 2024 7,5% bedraagt.
4. Aanvragen subsidie elektrische bedrijfsauto 2024 vertraagd
Via de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) kunnen ondernemers bij aanschaf van een nieuwe elektrische bedrijfsauto subsidie krijgen. Voor kleine ondernemers is dit 12%, voor middelgrote ondernemingen 10% en voor grote ondernemingen 7% (dit was in 2023 10%) van de cataloguswaarde of verkoopprijs. De subsidie bedraagt maximaal € 5.000 per bedrijfsauto. De SEBA kan alleen nog in 2024 worden aangevraagd. Aanvragen is op dit moment echter nog niet mogelijk. De verwachting is dat dit pas vanaf eind maart 2024 kan. Uw koop- of leaseovereenkomst mag dan nog niet definitief zijn. Koopt of leaset u een nieuwe elektrische bedrijfsauto, zorg er dan voor dat de overeenkomst nog niet definitief is. Dit kan bijvoorbeeld door in de overeenkomst op te nemen ‘Order wordt definitief na toekenning aanvraag SEBA’. Op het moment van de subsidieaanvraag mag de bedrijfsauto nog niet op uw naam in het RDW-kentekenregister staan. Lees meer over SEBA op rvo.nl.
5. Duidelijkheid over vaste inrichting in Nederland en België bij thuiswerkende werknemers
Het thuiswerken van een Belgische werknemer zou ertoe kunnen leiden dat voor een Nederlandse werkgever in België een vaste inrichting ontstaat. Op dezelfde wijze kan door het thuiswerken van een Nederlandse werknemer voor een Belgische werkgever een vaste inrichting in Nederland ontstaan. Dit is niet altijd gewenst. Zo ontstaat bij een vaste inrichting vennootschapsbelastingplicht in het woonland van de werknemer voor de winst die vanuit die vaste inrichting wordt behaald. Ook wordt een werkgever bij een vaste inrichting inhoudingsplichtig voor loonheffing van de thuiswerkende werknemer in het woonland. Nederland en België hebben daarom in een overeenkomst verschillende factoren vastgelegd waarmee beoordeeld kan worden of wel of niet sprake is van een vaste inrichting. Daarnaast is in een praktische handreiking vastgelegd dat in ieder geval geen sprake is van een vaste inrichting als een werknemer gedurende een jaar 50% of minder van de arbeidstijd vanuit huis werkt.
6. Belastingaftrek weekenduitgaven gehandicapten in 2024 omhoog
Verzorgt u in het weekend of een ander moment een ernstig gehandicapt kind, broer of zus die meestal in een Wlz-instelling verblijft? Dan kunt u onder voorwaarden recht hebben op belastingaftrek in de inkomstenbelasting van de extra kosten die u maakt. Deze aftrek, ook wel de aftrek weekenduitgaven genoemd, is in 2024 omhooggegaan.Voldoet u aan de voorwaarden voor aftrek, dan mag u de kosten voor het brengen en halen van uw huis naar de Wlz-instelling en terug in aftrek brengen. In 2023 kon dit tegen € 0,21 per kilometer, in 2024 mag dit tegen € 0,23 per kilometer. Voor de extra kosten van verblijf bij u in huis gelden vaste bedragen per dag. In 2023 bedroeg dit bedrag € 12 per dag, in 2024 € 13 per dag.