1. Verplichte rapportage zakelijk en woon-werkverkeer werknemers vanaf 1 juli 2024
Werkgevers met 100 of meer werknemers zijn vanaf 1 juli 2024 verplicht om te rapporteren over het zakelijk verkeer en het woon-werkverkeer van hun werknemers. De verplichting staat bekend onder de naam ‘Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit’, afgekort WPM. Voor de grens van 100 of meer werknemers moeten de werknemers van alle vestigingen (van een onderneming of rechtspersoon) bij elkaar worden opgeteld. Hierbij tellen alleen werknemers mee die een arbeidsovereenkomst hebben en minimaal 20 uur per maand betaald werk verrichten. In een handreiking van RVO staat welke gegevens u moet bijhouden. Dit zijn bijvoorbeeld het totaalaantal kilometers dat uw werknemers hebben afgelegd voor zakelijk verkeer en woon-werkverkeer, maar ook het jaartotaal aan kilometers, verdeeld in soort vervoermiddel en brandstoftype. De gegevens over de tweede helft van 2024 moet u uiterlijk 30 juni 2025 insturen. Aanwijzingen over de wijze waarop u moet rapporteren, vindt u in de handleiding ‘Aan de slag met het online formulier WPM’.
2. 80%-eindheffing werkkostenregeling (WKR) tijdig aangeven en betalen
Alle werknemersvoordelen die niet gericht vrijgesteld, op nihil gewaardeerd, of op een andere manier vrijgesteld of uitgezonderd zijn van loonheffingen, kunnen alleen belastingvrij aan de werknemer worden gegeven als ze worden aangewezen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR). Werkgevers die de vrije ruimte in 2023 hebben overschreden, moeten in 2024 80% belasting betalen via de eindheffing. De vrije ruimte bedroeg in 2023 3% van de loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. Een werkgever met een loonsom van bijvoorbeeld € 600.000 had in 2023 dus een vrije ruimte van 3% x € 400.000 + 1,18% x € 200.000 = € 14.360. Als deze werkgever minder heeft aangewezen in de vrije ruimte hoeft hij niets te doen. Echter, heeft deze werkgever in 2023 bijvoorbeeld € 18.000 aangewezen in de vrije ruimte, dan betaalt hij over € 18.000 -/- € 14.360 = € 3.640 80% belasting, ofwel € 2.912. Dit bedrag van de eindheffing, in dit voorbeeld dus € 2.912, moet de werkgever uiterlijk in de aangifte van het tweede loontijdvak van 2024 aangeven. Bij een maandaangifte is dit uiterlijk 31 maart 2024 en bij een vierwekenaangifte is dit uiterlijk 25 maart 2024. Genoemde data zijn tevens de uiterste betaaldata.
3. Oude portaal voor zakelijke aangiften Belastingdienst sluit
Gebruikt u nog het oude portaal van de Belastingdienst om uw aangiften voor zakelijke belastingen in te dienen? Zorg dan dat u vóór 1 juli 2024 toegang krijgt tot Mijn Belastingdienst Zakelijk. Op 1 juli 2024 sluit namelijk het oude portaal van de Belastingdienst. Zorg ook dat u op tijd over eHerkenning beschikt. Dit heeft u namelijk nodig als u wilt inloggen, behalve als u een eenmanszaak heeft of een zzp’er bent. Dan kunt u ook inloggen met uw DigiD. Organisaties zonder KVK-nummer kunnen vanaf 29 januari 2024 ook eHerkenning aanvragen. Vergeet ook niet compensatie voor de kosten van eHerkenning aan te vragen via RVO.nl. Hier leest u ook welke voorwaarden daarvoor gelden. De aanvraagperiode voor het kalenderjaar 2023 loopt van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024.
4. Voorlopige modelprijzen TEK 2023 ver onder prijs van voorschot
De Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb (TEK) is bedoeld voor energie-intensieve bedrijven waarbij minimaal 7% van de omzet in 2022 bestond uit energiekosten. Voor de TEK wordt niet uitgegaan van de werkelijke prijs die voor energie betaald werd, maar van zogenaamde modelprijzen. De voorlopige modelprijzen, die in januari 2024 bekend zijn gemaakt, liggen ver onder de modelprijzen waarmee in het voorschot rekening is gehouden. Bij het voorschot werd nog gerekend met een subsidie van € 1 per m3 gas en € 0,30 per kWh elektriciteit. Met de voorlopige modelprijzen wordt dit respectievelijk € 0,085 per m3 gas en € 0,005 per kWh elektriciteit. Gelukkig bedroeg het voorschot maar 35% van de subsidie, maar de verschillen (€ 0,35 tegenover € 0,085 voor gas en € 0,105 tegenover € 0,005 voor elektriciteit) zijn toch nog groot. De kans is daarom aanwezig dat uw voorschot aanzienlijk te hoog was. Bedragen onder € 500 hoeft u niet terug te betalen. Zie ook www.rvo.nl/subsidies-financiering/tek/terugbetalen.
Let wel, deze berekening is nog gebaseerd op de voorlopig vastgestelde modelprijzen. De definitieve modelprijzen worden pas eind februari 2024 bekend.
5. Kwalificeert opstarttijd als werktijd?
Onder werktijd vallen de uren die de werknemer werkt in opdracht van de werkgever. Over het feit of het opstarten en inloggen onder de werktijd valt, zijn rechtszaken gevoerd. In een van die zaken lukte het inloggen vaak niet in één keer en werd deze opstarttijd (10 minuten per keer) als werktijd toegewezen. In een andere zaak werd ook de verplichte aanwezigheid voorafgaand aan de start van de normale werktijd gekwalificeerd als arbeidstijd. Bij een werknemer die thuiswerkte en 15 minuten voorafgaand aan de dienst ingelogd moest zijn en zich 10 minuten voor aanvang van de dienst online moest melden bij de supervisor, werd deze tijd echter niet als werktijd aangemerkt. Haar situatie was anders, omdat ze de mogelijkheid had om thuis haar tijd tot aan het aanvangstijdstip van haar dienst vrij in te richten.
6. Doe vóór 1 maart aangifte schenkbelasting van schenking uit 2023
Als u in 2023 een schenking kreeg, moet u vóór 1 maart 2024 aangifte schenkbelasting 2023 doen als u een of meer schenkingen van uw ouder(s) kreeg met een totale waarde hoger dan € 6.035. Dit moet ook als u een of meer schenkingen van dezelfde schenker (niet uw ouders) kreeg met een totale waarde hoger dan € 2.418. Doet u een beroep op een eenmalig verhoogde vrijstelling, dan moet u ook aangifte schenkbelasting 2023 doen. U kunt uw aangifte schenkbelasting digitaal doen op mijn.belastingdienst.nl (hiervoor heeft u DigiD nodig) of op papier. Als het niet lukt om op tijd aangifte schenkbelasting 2023 te doen, dan kunt u uitstel aanvragen. U krijgt dan normaliter vijf maanden uitstel